Mona is tien jaar oud en dreigt blind te worden. Daarom wil haar grootvader dat ze, voordat ze niets meer kan zien, zo veel mogelijk schoonheid ervaart. Een jaar lang neemt hij haar elke woensdagmiddag mee naar een van de grote musea in Parijs om één kunstwerk te bekijken. Samen bewonderen ze en bevragen ze, filosoferen ze en raken ontroerd. Ze bekijken werken uit de 15e eeuw tot nu, van kunstenaars als Leonardo da Vinci, Frans Hals, Edgar Degas en Marina Abramović. Niet alleen komen grootvader en kleindochter steeds dichter tot elkaar, hun gesprekken vormen voor hen allebei een onverwachte inspiratiebron.
In de media
‘Deze roman maakt kunstgeschiedenis toegankelijk voor iedereen.’ – Courrier Picard
‘… pitch dramatique et ingénieux, récit érudit et captivant, fin à suspense, écriture fluide, émotion coulant tel un torrent, lien magique entre deux générations. Et puis c’est un roman d’apprentissage. De la vie comme de l’art.’ – Michel Guérin, Le Monde.