Twee jongens worden samengebracht door het verlies van een ouder, verbonden door hun gevoelens van rouw en eenzaamheid. In een klein dorpje aan de ruwe, desolate kust van Canada, waar het binnenland onbegaanbaar is door dikke pakken sneeuw en waar de wind altijd waait, vormen de verteller en Luc een krachtige vriendschap. Samen zoeken ze toevlucht in een magische, imaginaire onderwaterwereld die hun geborgenheid en een gevoel van hoop biedt. Als voor een van hen de grens tussen fantasie en werkelijkheid steeds vager wordt en hij daarmee de loyaliteit van zijn vriend op de proef stelt, begint hun zoektocht, die begon als spel, steeds gevaarlijkere vormen aan te nemen.
In de media
‘Een prachtige, lyrische roman over jong zijn.’ – Le Devoir
‘Aangrijpend en poëtisch.’ – Frankfurter Neue Presse
‘Een hartverscheurend verhaal over vriendschap.’ – Cosmopolitan